Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En hij dit weet, dat [24]den rechtvaardigen [25]de wet niet is gezet, maar den onrechtvaardigen en den halsstarrigen, den goddelozen en [26]den zondaren, den onheiligen en den ongoddelijken, den vadermoorders en den moedermoorders, den doodslagers, 24. Dat is, dien die, door het geloof in Christus gerechtvaardigd en door Zijnen Geest geheiligd zijnde, gaarne en gewillig God dienen en gehoorzamen. 25. Namelijk om deze te veroordelen, of met hare dreigende macht te verslaan, of uit vrees van straf, alleen tot gehoorzaamheid te dwingen. Zie Rom.6:14, en Rom.7:6. 26. Dat is, die hun werk van zondigen maken, of met lust in de zonden voortgaan, gelijk Ps.1:1; Joh.9:31.